opc_loader

Ontdek Australië in één week

Ontdek Australië in één week

Bij verre reizen wordt vaak de vergissing gemaakt om zoveel mogelijk te willen zien in een zo kort mogelijke tijd, waardoor je alleen maar onderweg bent. Australië is enorm groot en om van alle facetten van dit fascinerende land te kunnen genieten, heb je wel een paar maanden nodig. Daarom lijkt één week Australië gekkenwerk. Nico de Boer deed dat. En kwam terug met een real Australian feeling! Tekst: Nico de Boer, Fotografie: Nico de Boer en Henny Weel

Sydney Australie(Foto: Shutterstock)

'Als ik aan Australië denk, gaan mijn gedachten uit naar een land met eindeloze ruimtes, bijzondere diersoorten, een eeuwenoude Aboriginalcultuur en een aardige, relaxte bevolking'

Als ik aan Australië denk, gaan mijn gedachten uit naar een land met eindeloze ruimtes, bijzondere diersoorten, een eeuwenoude Aboriginalcultuur en een aardige, relaxte bevolking. Het grootste eiland ter wereld, en het oudste continent op aarde, is een buitengewone reisbestemming met een enorme diversiteit. Met een landschap dat varieert van woestijnen tot regenwoud, van grote veestapels tot wijngaarden en van stoffige nederzettingen tot moderne wereldsteden. Maar als ik het land heel kort zou moeten typeren, kom ik spontaan tot vier trefwoorden: Sydney - Tropisch regenwoud - Great Barrier Reef - Outback. In zeven dagen heb ik niet de pretentie je diepgaand te kunnen informeren over de achtergronden en wetenswaardigheden van dit fascinerende land. Maar ik kan wel een aardig beeld schetsen voor degenen die hetzelfde zouden willen doen als wij: Mijn dagboek van Australië in een notendop!

Schitterende stad

Op 23 oktober vertrekken we om 20.15 uur met British Airways vanaf Schiphol naar Londen, om met Qantas aan ons grote avontuur te beginnen. We hebben de tip gekregen om in het vliegtuig grauwbruine fruitzakken om onze blote voeten te doen en daaroverheen onze Qantas-sokken (die je in het vliegtuig krijgt), om dikke voeten tegen te gaan. En gek genoeg was het resultaat positief. Geen opgezette enkels dus, maar wel een zere rug. Daarom laten we die maar even masseren in Bangkok, waar we ruim een uur ‘gelucht’ worden voor we koers zetten naar Sydney.

De wijk Paddington in Sydney(Foto: Shutterstock)

Op 25 oktober om 05.30 uur landen we daar en nemen een taxi naar de wijk Paddington (FOTO BOVEN), waar we in Oxfordstreet hotel Sullivan hebben geboekt. Het prijsvriendelijke hotel is keurig, maar vooral gunstig gelegen ten opzichte van downtown, dat je in tien minuten lopend kan bereiken of in een paar minuten met de bus, die voor de deur stopt. Op dit vroege tijdstip worden we hartelijk ontvangen door Herman, een leuke, zachtaardige Aziaat die ons koffie serveert met een muffin. Daarna doen we een minislaapje, maar om 09.00 uur stappen we alweer in de bus om naar de haven te gaan. Vanzelfsprekend zien we het Opera House en maken we een rondvaart, maar we banjeren vooral. Lopen, lopen en nog eens lopen, afgewisseld met koffie-, thee- en frisstops op terrasjes. ’s Avonds eten we lekker en zeer betaalbaar bij een Thai. Rond 20.00 uur slaat de slaap onbarmhartig toe en maken we een flinke ruk tot de volgende morgen 08.00 uur. Het is korte broeken- en T-shirtjesweer. 28 graden Celsius, wat als een heerlijke warme deken voelt na het vertrek uit de vrieskou van Nederland. Met een bezoek aan het fabelachtig mooie aquarium, twee busrondritten (je kan zowel de blauwe als de rode lijn nemen en uit- en opstappen waar je wilt) voor een sight seeing, even uitrusten op Bondi Beach, een bezoek aan het Imax-theater (driedimensionaal) en een heerlijke vismaaltijd bij Nick’s Restaurant in Darling Harbour (FOTO ONDER), sluiten we onze tweede Sydney-dag af; vol indrukken van deze schitterende stad.

Darling Harbour in Sydney(Foto: Shutterstock)

Er resteert ons nog één dag. De jetlag en vermoeidheid van het slenteren spelen ons evenwel nu parten. We winkelen wat, maar zitten wat langer op de terrasjes en genieten van de grote verscheidenheid aan mensen. Met een avondlijke harbour cruise met uitzicht op een verlicht Sydney sluiten we ons driedaags bezoek sfeervol af.

Rif en regenwoud

Om 07.55 uur vertrekt onze binnenlandse vlucht met Qantas naar het twee uur noordelijker gelegen Cairns, dat ook wel de poort naar het tropisch regenwoud wordt genoemd. En dat klopt, het is er tropisch, vochtig warm. De sandalen kunnen aan en de meest luchtige kleding die we bij ons hebben. Met een taxi gaan we naar het depot van Britz, de camperorganisatie met het fraaie groene reptiel in het logo. We hebben een 4WD Camper besteld, een sterke Toyota Landcruiser met verhoogd dak, waarvan we de keukenfaciliteiten niet zullen gebruiken, maar wel de bedden, één onder en één boven. Maar de eerstvolgende twee nachten slapen we eerst superluxe en dient onze auto alleen maar als vervoermiddel om naar Cape Tribulation te komen.

Via Port Douglas (tussenstop), Mossman en een ferryoversteek over de Daintree rivier, bereiken we ons paradijselijke verblijf, de Coconut Beach Rainforest Lodge. Onze stijlvolle kamer in dit natuurverblijf heeft een open view, maar de badkamer is in feite in het regenwoud gebouwd, waarbij de dichte begroeiing de gordijnen vormt, maar dan wel aan de buitenkant van de glaswand. Heerlijk om zo een bad te nemen en alle vermoeienissen van Sydney af te spoelen, evenals het zweet van de rit vanuit Cairns. Maar zweten doen we al weer snel als we de ‘Coopers Creek Noctural Guided Walk’ doen, een avondwandeling onder begeleiding van een gids. Spannend! We zien weliswaar weinig, maar horen des te meer. Het dierenleven laat zich slechts zien door lichtgevende ogen van kikkers, vogels, vlinders en andere insecten, maar gekwaak, getjilp, gebrom en gezoem horen we volop.

Great Barrier Reef(Foto: Shutterstock)

De volgende dag ervaren we de magie van het Great Barrier Reef als we met een kleine groep mensen het rif opgaan. De H2O organisatie staat garant voor een topdag en dat hebben we ook. Een klein bootje vervoert ons naar het moederschip en met 45 minuten varen bereiken we de duik- en snorkelplaatsen. Ik koop een wegwerponderwatercameraatje en schiet de 24 opnames binnen de kortste tijd vol. Wat een kleurenpracht van koraal en vissen. Als hengelsportfanaat ben ik zo onder de indruk van de kanjers van vissen, dat ik van verbazing een aantal maal mijn mond open en dat bekoop met grote slokken zout water. Drie keer zie ik een grote waterschildpad (FOTO BOVEN). De zich op het strand slecht voortbewegende dieren wentelen, draaien en keren in het water enorm gracieus. Het is een voorrecht om even met ze te kunnen opzwemmen.

Daintree Rainforest(Foto: Shutterstock)

Na een buitengewone dag dineren we heerlijk op het terras van de lodge. In de zwoele buitenlucht en onder een schitterende sterrenhemel. Rozig duiken we voldaan ons kingsize bed in. De Coconut Beach Rainforest Lodge heeft een gids beschikbaar gesteld om nog een vroege ochtendwandeling (de zogenaamde Green Guardians) te maken door het Daintree Rainforest (FOTO BOVEN), een regenwoud waarvan de sporen tot de onvoorstelbare tijd van 120 miljoen jaar teruggaan. De jetlag heeft nu echt toegeslagen en we verslapen ons helaas. Van wandelen komt dus niets meer, maar autorijden doen we wel door dit regenwoud als we de uitdagende onverharde rit over de Bloomfield Track maken naar Cooktown. Echt fourwheeldrive rijden met diverse river crossings. Stoer en mooi!

Outback

Australië is voor mij vooral synoniem met het enorme uitgestrekte gebied van roodbruine en bruingele aardetinten, de outback met een oppervlakte van 82.000 vierkante kilometer. Verlatenheid waarin eindeloze horizonten fata morgana’soproepen. Land van de oerbewoners, de Aboriginals.

Na een nachtje op een camping in Cooktown zeggen we Captain Cook’s standbeeld bij de haven gedag en toeren we het binnenland in. Naar het nationale park van Lakefield, dat eigenlijk niets meer is dan eindeloos verschroeide aarde met af en toe een meer, kilometers van de doorgaande weg verwijderd. We wagen enkele pogingen zo’n meer te bereiken, maar blijken geen helden voor verdere verkenningen als er overal wordt gewaarschuwd voor krokodillen (FOTO ONDER). Na een dag rijden in deze negorij zonder enige passant of tegenligger (behalve een verdwaalde kangoeroe), ontmoeten we twee rangers die ons staande houden. Ze controleren op mogelijke stropers die de gewaardeerde restaurantvis Barramundi buiten de wettelijke periode trachten te vangen.

Australische krokodil(Foto: Shutterstock)

Na een ontspannen praatje karren we naar de voormalige goldrush nederzetting Old Laura, een openluchtmuseumpje waarin het keiharde leven van weleer voelbaar is, om daarna (nieuw) Laura te bereiken, een wereldstad met veertig inwoners. Voornamelijk verweerde mannen met cowboyhoeden die de bar van het plaatselijke hotel (annex camping) bevolken. Na een colaatje crossen we naar de ‘bewoonde wereld’ van Lakeland met tachtig inwoners, veertig koeien en vijftig kangoeroes. De campground ziet er acceptabel uit. Met zowaar groen gras. Parkeren doen we dicht bij het toilet om de nachtelijke oversteek zo kort mogelijk te houden, toch wel enigszins bang voor de giftige slangen die mogelijk ook het sappige gras als oase in de desert hebben gekozen. Geen slangen, maar wel giftige kikkers in het toilet, waar we overigens bulderen van de lach als we tijdens onze nachtelijke aandrang wordt opgeschrikt door een horde koeien die domicilie houdt in de WC. De outback is ‘gaaf’, ondanks dat er eigenlijk niks is en niks gebeurt. Het gevoel is moeilijk te beschrijven, maar onze 350 kilometer hobbelen over dit roodbruine ‘wasbord’ vol zand is absoluut heel bijzonder. En de tegenstelling met het super toeristische Kuranda vervolgens groot.

We bekijken er Australië’s wildlife nog een keer, maar dan in de dierparken. De week zit erop, voldaan rijden we terug naar Cairns en vliegen door voor zes weken Nieuw-Zeeland. Maar nu wel met een real Australian feeling!

Terug

Reacties

Er moet ingelogd worden voordat u een reactie kunt plaatsen.